Wat Stinkt Daar Zo!?

Aan de slag

Het was zo ver, de opdracht was duidelijk, de beginsituatie was bekend en de lessenserie kon nu dus ontworpen worden. Daarom zijn we op een zonnige middag bij elkaar gekomen om te bespreken wat we gingen doen en hoe we dat gingen aanpakken. De eerste stap was weer even terugdenken aan de bijeenkomst met de wetenschapper Dhr. Maarseveen. Een leraar aan de UvA, die regelmatig lezingen gaf in het Nemo. Hij heeft laten zien wat het onderwerp ‘wat stinkt hier zo?’ inhield en heeft ons voorbeelden van proefjes gegeven die hij met en voor kinderen heeft uitgevoerd. Helaas konden we veel van zijn proeven niet gebruiken omdat we hier materialen voor nodig hadden die niet meer te krijgen waren. Een voorbeeld hiervan is kleurloze cola. Toch was de bijeenkomst wel heel nuttig want het bracht ons wel op ideeën.


We wisten al vrijwel meteen dat we dit onderwerp niet bij de kleuters wilden gaan uitvoeren.  Aangezien Lennert de kleuters lesgeeft werd het dus een lessenserie voor de groep 7 van Cerise. Nu moest er dus een vooronderzoek gedaan worden om het niveau en de kennis van de kinderen te achterhalen. Om het zo kort mogelijk te houden, zodat het weinig tijd zou kosten voor de mentor van Cerise, hebben we ervoor gekozen om een vragenlijst te maken voor de kinderen. op deze vragenlijst moesten de leerlingen vertellen wat ze van ons verwachten, wat ze van het onderwerp proeven en ruiken vonden en wat ze hier al van wisten. Ook werd er gevraagd of ze al vaker proefjes hadden gedaan en wat deze proefjes dan inhielden. De laatste vraag was wat de kinderen nog graag wilden leren over proeven en ruiken. Verder hebben we aan de leerkracht, dus de mentor van Cerise, gevraagd of er nog bijzondere gevallen in de klas waren waar we rekening mee moesten houden en of er kinderen met bepaalde allergieën in de klas zaten. Verder hebben we besproken wanneer de lessen gegeven konden worden, hoelang ze konden duren en waar we gebruik van konden maken.

Dit brengt ons terug bij de zonnige middag waar we klaar zaten om een lessenserie te ontwerpen. We zijn begonnen met het analyseren van de vragenlijsten van de leerlingen. Hieruit bleek dat veel kinderen het misconcept hadden dat je alleen proeft met je tong en alleen ruikt met je neus. Verder gaven de kinderen aan graag te willen leren hoe je precies proeft en ruikt en dat ze graag proefjes wilden gaan uitvoeren. Verder viel het ons op dat veel kinderen erg veel spelfouten hadden gemaakt bij het invullen van de vragenlijsten en dat het niveau en de kennis erg wisselend was in de klas. we moesten dus een lessenserie ontwerpen over hoe mensen proeven en ruiken die geschikt was en teven leuk was voor verschillende niveaus.

Dankzij meneer Maarseveen hadden we al duidelijk dat we het ook wilden gaan hebben over moleculen, mensen ruiken en proeven natuurlijk doormiddel van moleculen en dit wisten de kinderen nog niet. Dit leek ons een mooi begin voor de lessenserie en daarom draait les 1 om moleculen. Verder wilden we dieper op ruiken ingaan en dit zou gaan plaatsvinden in les 2 en dan kon in les 3 het proeven erbij komen. Les 4 was dan nog over om alles terug te koppelen of om eventueel inbreng van de leerlingen in uit te voeren. De serie is dus ingedeeld per onderwerp en niet volgens de cyclus van onderzoekend en ontwerpend leren. de aspecten van onderzoekend en ontwerpend leren zullen dan dus per les aanbod komen en niet door de gehele cyclus heen.

Les 1

Om de leerlingen onderzoekend bezig te laten zijn wilden we ze laten vertellen hoe zij denken dat een mens ruikt. Alleen vertellen leek ons alleen een beetje moeilijk, aangezien wij nieuw voor ze zijn en deze manier van lesgeven ook en ze nog niks met het onderwerp hebben gedaan. Daarom hebben we ervoor gekozen om de leerlingen een poster te laten maken waarop te zien moest zijn hoe een mens ruikt. Dit zouden ze dan in groepjes doen en dan aan elkaar presenteren. Dit bracht ons op een idee, Cerise heeft ooit voor haar profielwerkstuk een hele klas naar een geur laten ruiken om te testen of kinderen er rustiger van werden. Het zou een leuke instap zijn om de klas een geur te geven, als de leerlingen dan binnenkomen ruiken ze dat meteen en is het een mooie introductie en instap op onze lessenserie. Vervolgens kunnen ze dan op een poster waarop de houder die de geur verspreidt en een neus zijn getekend aangeven hoe ze de deur van de houder ruiken met hun neus. Nadat ze dit gemaakt en gepresenteerd hebben kunnen wij een instructie geven over hoe de mens ruikt met behulp van moleculen. Moleculen kunnen we duidelijk maken aan de kinderen door ze te vragen een suikerklontje te laten breken. Het suikerklontproefje was ons namelijk al aangereikt door meneer Maarseveen.

Les 2

In de tweede les zouden we het meer gaan hebben over ruiken. Het leek ons leuk als de kinderen dan proefjes gingen doen met ruiken en meer leerden over geuren en ruiken in de natuur. We konden de les mooi beginnen met een circuitje met proefjes die over ruiken gaan. Hierbij moet je denken aan ruiken met alleen linke neusgat, ruiken en raden wat iets is met een blinddoek op, ruiken wat er in een dicht doosje zit etc. vervolgens kunnen we een instructie geven over geuren in de natuur. Zo leren de kinderen hoe dieren en planten geur gebruiken. Om dit te koppelen aan de leefomgeving van de kinderen kunnen ze daarna even in de bosjes naast de school opzoek gaan naar een goede geur in de natuur.

Les 3

Bij les 3 kon proeven erbij komen. De leerlingen zouden nu alles moeten weten over ruiken en nu konden ze ruiken en proeven mooi aan elkaar koppelen. Deze les moest spectaculair worden, de leerlingen moeten veel kunnen proeven op een leuke manier. De kleurloze cola was niet meer te krijgen helaas, maar we konden natuurlijk wel een kleurloze drank juist kleuren! Dit bracht ons op het idee van gekleurde 7-up, blauwe soep en paarse appelmoes. Verder konden ze mooi geblinddoekt dingen gaan proeven, kijken waar op de tong ze iets konen proeven en menthol snoepjes en sambal proeven met hun neus dicht. Op de tong proeven we namelijk alleen zout , zuur, zoet en bitter. Heet en koud gebeurt allemaal met de neus. Na deze proefjes waarin de leerlingen alles zelf konden onderzoeken en uitvinden, zouden wij dan een instructie kunnen geven die uitlegt hoe een mens proeft en dat de neus daarin de grootste rol speelt.

Les 4

Les 4 vonden we erg moeilijk om in te vullen. We wilden alles weer even terughalen bij de kinderen. dit bracht ons op het idee van een quiz. Maar om een quiz leuker te maken moet het eigenlijk ergens omgaan. Toen ontstond er een plan om de hele lessenserie een soort wedstrijd element te geven. De kinderen kunnen een prijs winnen met hun groepje, dit kon door de meeste punten te behalen. Punten kunnen verdient worden door in les 1 de leukste groepsnaam te verzinnen en de juiste geur die in de klas hangt te raden. In les 2 krijgt elk groepje punten voor elk experiment dat goed is beantwoord op het werkblad dat bij de proefjes hoort en door de lekkerste geur uit de natuur te vinden in de bosjes. Bij les 3 kunnen dan punten verdient worden door de vragen op het werkblad bij de proefjes weer goed te beantwoorden. In les 4 kun je weer punten verdienen met de quiz en dan moest er nog een bonus komen. We wilden een bonus die extra veel punten opleverde, waardoor het tot het eind spannend zou zijn welk groepje de prijs zou winnen. Het moest iets zijn waarin alles wat ze geleerd hebben samenviel. Dit bracht ons op het idee om thuis op zoek te gaan naar het allerlekkerste iets. Dat moest dus iets zien dat lekker ruikt, er lekker uitziet en wat lekker smaakt. Het groepjes met het allerlekkerste iets zou 10 punten erbij krijgen. In les 3 moest nu dus aangekondigd worden dat ze iets van huis moesten meenemen om in les 4 te presenteren. Alle kinderen nemen iets mee, dit presenteren ze eerst aan hun eigen groepje. Het groepje kiest 1 ding uit en dan ding wordt aan de gehele klas gepresenteerd. Vervolgens gaat de klas per persoon stemmen op het ding dat zij na de presentatie nu toch wel als het lekkerst zien.

Om de punten te verdelen bij de dingen als de leukste naam en lekkerste iets kunnen de kinderen stemmen. Het zou wel een risico worden, de leerlingen kunnen op hun vriendjes gaan stemmen of juist helemaal afgeleid raken door de wedstrijd. Toch leek het ons origineel en spannend en het risico waard om te proberen. De leerlingen moeten nu namelijk echt goed werk afleveren om punten te scoren en dit kan ook heel positief uitpakken.

Groepjes

Nu het een wedstrijd werd was het nog noodzakelijker dan anders om gelijkwaardige groepjes te creëren. Om dit te doen zonder dat we de klas kenden hebben we de vragenlijsten van het vooronderzoek gebruikt. Zo hebben we gemengde groepjes gemaakt van leerlingen met veel en weinig spelfouten bij elkaar en leerlingen die veel wisten bij leerlingen die minder wisten over proeven en ruiken. We kenden de leerlingen nog niet, dus zo werden de groepjes volledig objectief gemaakt en werd er geen rekening gehouden met vrienden bij elkaar etc.

Taal

Het taalaspect dat ook aanbod moest komen in de lessenserie, kwam pas nadat we al de lessen al ontworpen hadden. Het moest dus iets zijn dat past in het wedstrijdelement en wat toch iets extra’s opleverde. In het vooronderzoek hadden we gemerkt dat spellen nog lastig was voor veel leerlingen en daarom wilden we iets doen met spelling. Uiteindelijk hebben we besloten om kleine dictees te geven in elke les met woorden die te maken hebben met de les. Als ieder kind uit een groepje alle woorden goed heeft gespeld, dan krijgt het groepje er weer punten bij.

Doelen

Het doel van onze lessenserie dat als een rode lijn door de lessen heen loopt is: Hoe ruikt en proeft de mens? Het is de bedoeling dat de leerlingen die vraag zouden kunnen beantwoorden aan het einde van deze lessenserie. Om dit te bereiken zijn er 2 leerdoelen opgesteld.

De leerdoelen die we stellen zijn:

  • Kinderen kunnen vertellen wat moleculen zijn en waar moleculen te vinden zijn.
  • kinderen kunnen uitleggen hoe de verschillende zintuigen samenwerken bij het proeven van eten of drinken.

Ook zijn er onderzoeksvaardigheden die de kinderen moeten opdoen door het volgen van deze lessenserie, deze vaardigheden zijn:

  • de kinderen gebruiken verscheidene zintuigen en nemen behoorlijk nauwkeurig en objectief waar
  • de kinderen gebruiken combinaties van kenmerken om objecten in groepen te verdelen.

Zo is de opzet van onze lessenserie tot stand gekomen. Grotendeels hebben we dit dus te danken aan de productieve zonnige middag, die ervoor gezorgd heeft dat alles op zijn plek viel en de lessenserie er veel belovend uit liet zien. Met een blij gezicht genoten we dan ook de rest van de middag nog even van een van de laatste warme zonnige dagen van 2011.

Groetjes,

Lennert en Cerise

Vorige bericht
Een reactie plaatsen

Plaats een reactie