LES 2: Geuren & Smaken – aan de slag met proeven..

Les twee staat in het teken van proeven uitvoeren om de onderzoeksvragen te beantwoorden.

De cognitieve doelstellingen van deze les zijn:

1. De leerlingen kunnen de primaire smaken opnoemen.

2. De leerlingen ontdekken door middel van proefjes hoe deze smaken proeven.

3. De leerlingen houden in een boekje bij welke smaak welk eten/drinken heeft.

De les heeft ook een vaardigheidsdoel: de leerlingen kunnen objecten vergelijken met kwalitatieve begrippen.

De dag na de eerste les wisten de leerlingen precies wat ze gingen doen: echte proeven uitvoeren in de klas. De kinderen hadden erg veel zin om hun onderzoeksvragen te onderzoeken:

1. Waar proef je op je tong?

2. Is alles even zoet?

3. Wat zijn de vier primaire smaken en waar proef je die?

We hebben in de klas vijf plekken ingericht waar de leerlingen proefjes konden doen, we noemen deze plekken stations. Onze uitleg was overzichtelijk en we controleerden of de boodschap aankwam door een aantal leerlingen de opdracht te laten herhalen. Voor elk proefje krijgen de leerlingen zes minuten de tijd om het uit te voeren en te verwerken in het werkboekje. De leerlingen werden in de door ons gemaakte tweetallen ingedeeld en het proeven kon beginnen.

De stations waren als volgt als volgt ingedeeld

Ò Station 1: 10 verschillende producten, wat proef je?

Ò Station 2: smaken indelen van zoet naar zoetst.

Ò Station 3: smaken indelen van zout naar zoutst.

Ò Station 4: plaatje van je tong: waar proef je wat? Zout en zuur?

Ò Station 5: plaatje van je tong: waar proef je wat? Bitter en zoet?

Vol enthousiasme ging het proeven van start. Wij liepen rond om te assisteren en om eten of drinken bij te vullen. Door de strikte regels liepen de wisselingen zeer goed en gestructureerd. De leerlingen genoten van de experimenten en hadden heel veel plezier in het onderzoeken. Dat het experimenteren na vijf rondes voorbij was, was dan ook een flinke teleurstelling.

De leerlingen kregen nog even tijd om hun werkboek af te maken en de stations op te ruimen. Juf Annemieke, die de schoolkrant regelt voor de Vlugtschool, zou namelijk de les komen afsluiten. Ze liet de leerlingen een stukje schrijven voor de schoolkrant. Ook mochten er leerlingen interviewvragen bedenken om ons te interviewen. Met vragen en zinnen als ‘Waarom hebben jullie zoveel moeite in dit project gestopt?’ en ‘Dit was mijn leukste dag uit mijn leven’ kunnen we concluderen dat les twee geslaagd is. Er was geen tijd om de werkboekjes uitgebreid na te bespreken, wat jammer was. Dit hebben we doorgeschoven naar de derde les.

Wat de leerdoelen betreft: het eerste leerdoel is deels behaald omdat alle leerlingen in staat waren om de vier primaire smaken op te noemen. Maar welke smaak bij wat hoort, leerdoel drie, is zeker niet behaald. Veel leerlingen halen zoet en zuur door elkaar en denken dat citroen bijvoorbeeld zoet is. Leerdoel twee is deels behaald. Onze proefjes vereisen eigenlijk dat de leerling al weet wat voor smaak bepaalde producten hebben. Misschien dat we iets ter zelfcontrole bij de stationnetjes moeten leggen, zodat de leerlingen direct zien of ze de vraag goed of fout hebben beantwoord. Het vaardigheidsdoel: vergelijken met kwalitatieve begrippen is getest in station twee en drie. Uit de werkboekjes bleek dat de opdrachten gemiddeld goed gemaakt waren.

In les drie komen we terug op de verwarring tussen zoet en zuur en het bespreken van de werkboekjes. Ook gaan de leerlingen een echt experiment uitvoeren. Spannend!

Lotte en Ruben